De franse revolutie

Het paleis van versailles was het pronkstuk van koning lodewijk xvi

Het is nu een museum geworden. Er komen elk jaar ongeveer 10 miljoen bezoekers en daarvan ongeveer 7 miljoen komen speciaal voor de grote tuin. In het paleis van Versailles zijn 700 kamers, gangen en zalen. Alle 1000 kaarsen die in het paleis stonden worden dagelijks ververst. Er staan 372 marmeren en bronzen beelden in de tuin. Ook werkten er ruim 35 000 mensen in het paleis van Versailles.

de arme bevolking draagt de eerste en tweede stand, hiermee wordt uitgebeeld dat de derde stand de lasten van de eerste en tweede stand draagt

de 3e stand moet als enige belasting betalen, maar zijn ook de enige die er niks aan hebben. Met dat geld betalen ze voor de 2e stand het dure hofleven en voor de 1e stand betalen ze de kerken.

de onthoofding van koning lodewijk xvi

Koning Lodewijk XVI werd onthoofd in Parijs op 21 januari 1793 werd het vonnis uitgevoerd. Hij werd met de koets naar het Place de la Révolution. Er waren duizenden toeschouwers. Na de onthoofding werd het hoofd aan het publiek getoond. Ook voor zijn echtgenoot Marie Antoinette viel het lot en zij werd onthoofd op 16 oktober 1793.

De staat is bankroet

De staat is bankroet in 1774 door:

1. kostbare oorlogen

2. duur hofleven

3. privileges

De schulden lopen steeds hoger op door de privileges van de adel en de kerk. Daardoor liep de regering veel geld mis.

de staten generaal komt bijeen

Op 4 mei 1789 komt de staten generaal weer bij een na ongeveer 175 jaar. Er zijn drie vertegenwoordigers van de drie standen. In deze Staten Generaal vraagt de koning om toestemming van de drie standen om belasting verhoging in te voeren. Dat is het begin van grote veranderingen in Frankrijk. Waarbij de derde stand vond dat zij dubbel zoveel inspraak moesten krijgen en ze eiste zelfs dat elke burger zou mogen stemmen.

De eed in de kaatsbaan

Op 20 juni 1789 vindt de eed plaats in de kaatsbaan. De burgemeester van Parijs= Jean Silvain Bailly staat op de tafel en leest de eed voor. Er werd ook een toespraak gehouden van Jacques Necker die 2 uur duurde. Het aantal vertegenwoordigers van de 3e stand moest hetzelfde zijn als de 1e en de 2e stand bij elkaar. Jacques Necker wordt gezien als de verlosser. Er waren 1700 vertegenwoordigers van het volk bij de eet aanwezig.

de bestorming van de bastille

Toen ze de Bastille bestormde zaten er 7 gevangenen. Mensen dachten dat er onschuldige mensen zaten opgesloten. Quatorze Juilliet is een feestdag in Frankrijk en dat is op 14 juli omdat toen de Bastille werd bestormd. De Bastille is daarna gesloten maar dat waren ze al van plan.

boze vrouwen trekken naar parijs om de koning te eisen dat ze lagere belastingen en lagere broodprijzen

Ze willen belastingverlaging omdat ze het oneerlijk vonden dat de eerste en tweede stand privileges hadden. Ze willen dat het eerlijk wordt verdeeld. Er is niemand die naar ze luistert. Ze eisen belastingverhoging en lagere broodprijzen.

de revolutie verspreid zich over het platteland

Doordat steeds meer mensen tegen de koning zijn verspreid het makkelijk over het land. Dus ook over het platteland wordt het verspreid. Boeren gaan kastelen op het platteland kapot maken en gaan onrust zaaien in het platteland. En steeds meer mensen wilden in het hele land onrust zaaien en daarmee wilde ze bereiken dat de koning niet meer alle macht heeft in het land.

Robespierre was de leider van de jakobijnen

Hij leefde van 1758 tot 1794. Eerst was Robespierre leider van de jakobijnen, toen de Terreur in het land kwam en de jakobijnen versloeg stapte Robespierre over van de Jakobijnen naar de Terreur. De jakobijnen wilde dat alle macht naar het volk ging en dat er geen privileges meer waren. De Terreur hield de macht door mensen angst aan te jagen waardoor de mensen niet meer in opstand durfden te komen. Als je het niet met hun eens was dan werd je onthoofd.

verlichtingsfilosofen komen bij elkaar in salons

De Verlichtingsfilosofen komen samen in salons om te praten over wat ze vinden van wat er gebeurd. Het is een belangrijke plaats voor filosofen en schrijvers, omdat ze daar hun denkbeelden kunnen wisselen met elkaar en omdat ze daar kunnen werken. Meestal werd het georganiseerde door gegoede burgerij.